ICT-Didactiekportfolio
1.1 DE DOCENT IS EEN LERENDE EN INNOVERENDE PROFESSIONAL.
1.1.1 De docent toont aan dat hij een lerende professional is die zelfstandig, creatief en kritisch gebruik maakt van de (nieuwe-) mogelijkheden van ICT bij leren, lesgeven en organiseren van onderwijs. Ik probeer mijn lessen zo actueel mogelijk te maken door veel ICT-toepassingen te gebruiken. Deze kennis doe ik deels op via Kennisnet, maar ook via Digischool. Op deze laatste website staan erg veel leuke lesideeën en lesmateriaal. Daarnaast maak ik gebruik van de website Taaluniversum, waar enorm veel informatie staat over het Nederlands en het onderwijs. Het Europese Referentiekader staat hier ook op, erg belangrijk! Als docent moet je hier natuurlijk rekening mee houden in je lessen, want niet elke leerling zit op hetzelfde niveau. Op de voorbeelden- en oefenbank van het ERK Nederlands kan de (Nt2-)leerling oefeningen doen. Ook dyslectische leerlingen kunnen hier goed mee oefenen, aangezien deze oefeningen ook worden voorgelezen.
1.1.2 De docent toont aan dat hij beschikt over de overtuiging dat betekenisvol onderwijs vraagt om beargumenteerde inzet van ICT en is in staat om de verworvenheden en beperkingen van technologie te herkennen en te integreren in betekenisvol onderwijs.
Het is mij al enkele keren overkomen dat de leerlingen uit mijn stageklassen verveeld reageerden op mijn 'leuke afsluiter' van de les: een Kahoot. 'Wéér een Kahoot?', zuchtten zij dan. Twee jaar geleden was een Kahoot nog hip en actueel, inmiddels al bijna weer achterhaald.. ik probeer dan ook af te wisselen met programma's als Mentimeter en Socrative. Dit zit dan net weer even in een ander jasje, met verschillende mogelijkheden. Een PowerPoint kan je beter vervangen door een wat levendigere Prezi, hoewel mijn voorkeur uitgaat naar een activerend filmpje, waar PowToon een handig programma voor is. Ik probeer dan ook om zoveel mogelijk rond te struinen op het internet, zodat ik altijd weer leuke, nieuwe en activerende tools tegenkom om educatieve lessen aan te binden.
1.2 DE DOCENT IS EEN FLEXIBELE EN ADAPTIEVE PROFESSIONAL.
1.2.1 De docent toont aan dat hij kan inspelen op onderwijskundige veranderingen en behoeften met betrekking tot het gebruik van ICT.
In het filmpje hiernaast (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2015) ziet u goed welke ontwikkelingen wij in ons achterhoofd moeten houden. Wij leiden de leerlingen immers op voor beroepen die nu misschien nog niet bestaan. Steeds meer scholen werken met vakoverstijgende projecten. Leerlingen leren om samen te werken, kritisch en probleemoplossend te denken en zij moeten zoveel mogelijk sociale en culture vaardigheden ontwikkelen. Daarnaast is digitale geletterdheid een vereiste om goed te kunnen functioneren in de maatschappij (denk aan online solliciteren, (lange) teksten van een beeldscherm kunnen lezen, etc.).
1.2.2 De docent toont aan dat hij initiatieven neemt in het gebruik van ICT om zo sociale- en cross culturele vaardigheden te bevorderen.
Persoonlijk heb ik hier nog niet in mijn stage mee gewerkt, maar ik heb er via een cursus Google Plus kennis mee gemaakt: samenwerken in Google Docs. Dit werkt niet alleen goed voor documenten, maar ook voor spreadsheets en presentaties. De leerlingen kunnen zich bijvoorbeeld via Google Docs inschrijven voor een mondeling tentamen op een tijdstip wanneer het hun uitkomt. Daarnaast is samenwerken in Prezi ook goed mogelijk. De wijzigingen worden direct gezien door elke deelnemer.
1.3 DE DOCENT IS EEN REFLECTERENDE EN ONDERZOEKENDE PROFESSIONAL.
1.3.1 De docent toont aan op methodische wijze ICT-gebruik te analyseren om zo systematisch verbeterpunten in zijn lespraktijk toe te passen en te beoordelen op effectiviteit.
In mijn opleiding worden wij verplicht om gebruik te maken van ICT. Dossiers worden ingeleverd via een Safe Assignpunt en informatie voor vakken staat op een online leeromgeving. Er wordt via de mail gecommuniceerd met docenten en wij schrijven ons in voor tentamens en stages via websites. Enquêtes voor mijn professionaliseringstaken voer ik uit via Google Formulieren of SurveyMonkey.com.
Zo heb ik een enquête gemaakt voor leerlingen, om te kijken of hun docenten differentiëren in hun les. De resultaten (zichtbaar via de 'knop' hiernaast) zijn overzichtelijk te analyseren: dit doet het programma al voor je.
1.3.2 De docent toont aan dat hij zoekt naar (interdisciplinaire) samenwerking met collega's die in een vergelijkbare situatie rondom ICT en onderwijs verkeren.
Ik heb gemerkt dat ik op mijn stagescholen vaak een van de jongste docenten ben. Ik probeer dan ook om mijn enthousiasme voor inzet van ICT in de lessen over te brengen door met collega's te praten in de pauzes over ICT en de werkvormen die ik hieraan koppel. Ik vraag dan om tips en reacties. Ik wil graag in de toekomst een onderzoekje doen naar het gebruik van ICT in de les. Ik kan dit doen door een enquête op te stellen via Google Formulieren, maar wie weet zijn er tegen die tijd nog veel meer mogelijkheden tot het analyseren van enquêtes.
1.4 DE DOCENT IS EEN SAMENWERKENDE PROFESSIONAL.
1.4.1 De docent toont aan dat hij ongedane ICT kennis en vaardigheden met andere docenten (binnen of buiten de school) kan delen om zo nieuwe kennis te construeren.
Voor het vak 'vakdidactiek' heb ik een ICT-tipkaart gemaakt. Deze kaart kan handig worden opgehangen aan een digiboard in het lokaal. Docenten kunnen inspiratie opdoen voor verschillende educatieve mogelijkheden via het internet. Deze 'flyer' heb ik gemaakt via Pictocart.com. Een leuke, handige site voor posters en afbeeldingen.
Veel ideeën doe ik op via Pinterest, dit is een soort digitaal prikbord, waar je allerlei afbeeldingen (met links naar sites) kunt 'vastpinnen' op je bord.
1.4.2 De docent ondersteunt en motiveert collega's en leerlingen in hun ICT ontwikkeling.
Naast handige tools als de ICT-tipkaart, probeer ik mondeling mijn enthousiasme over te brengen tijdens pauzes en vergaderingen. Ook mijn leerlingen zijn enthousiast over mijn lessen en de overige docenten vernemen dit dan weer van de leerlingen. Wanneer mijn coach het digitale bord niet aankreeg, schoot ik te hulp.